heteroseksueel

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • he·te·ro·sek·su·eel
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord heteroseksueel heteroseksuelen
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

heteroseksueel m

  1. (seksualiteit) man met seksuele voorkeur voor vrouwen of een vrouw met seksuele voorkeur voor mannen
Vertalingen
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen heteroseksueel heteroseksueler heteroseksueelst
verbogen heteroseksuele heteroseksuelere heteroseksueelste
partitief heteroseksueels heteroseksuelers -

Bijvoeglijk naamwoord

heteroseksueel

  1. gericht op het andere geslacht of betrekking hebbend op liefde voor mensen met een ander geslacht
Synoniemen
Vertalingen
Verwante begrippen

Gangbaarheid

98 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen