hetero
Uiterlijk
- he·te·ro
- Afgeleid van het Griekse woord heteros ("anders", "verschillend", "ongelijk", "vreemd", "afwijkend")
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | hetero | hetero's |
verkleinwoord | heterootje | heterootjes |
- iemand met een seksuele voorkeur voor het andere geslacht
- Het woord hetero staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "hetero" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[1] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑
Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be