hertogin

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • her·to·gin
Woordherkomst en -opbouw
  • Afgeleid van hertog met het achtervoegsel -in
enkelvoud meervoud
naamwoord hertogin hertoginnen
verkleinwoord hertoginnetje hertoginnetjes

Zelfstandig naamwoord

de hertoginv

  1. (adel) adellijke titel, vrouw van een hertog
Vertalingen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be


Afrikaans

Uitspraak
Woordafbreking
  • her·to·gin

Zelfstandig naamwoord

enkelvoud meervoud
naamwoord hertogin hertoginne

hertogin

  1. (adel) hertogin