herfstlucht

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • herfst·lucht
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord herfstlucht [2]: herfstluchten
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de herfstluchtv / m

  1. atmosfeer die kenmerkend is voor de herfst, fris en wat vochtig
    • Dat je daar geen recht op hebt, dat er geen garanties zijn, dat het er om gaat dat je lacht en leeft en liefhebt en als je doodmoe door de mist wandelt de herfstlucht inademt, naar de ganzen luistert, denkt aan wie er niet meer zijn en daarna met een rechte rug de dag inloopt. [2]
    • Maar de koude natte herfstlucht voelde als Engeland: "Zodra de deuren opengingen, zei ik tegen de politieagent naast me: ‘Dit is mijn eerste ademhaling in vrijheid.’ Alles zag er zo Brits uit." [3]
  2. hemel zoals die eruit zien in de herfst
    • Maar als aan al die basisvoorwaarden voor goede medische zorg is voldaan, zou het dan niet ook fijn zijn als je vanuit je ziekenhuisbed naar iets moois kunt kijken in plaats van naar een muur met de kleur van klonterige vla? Als je bed aan een raam zou kunnen staan, met uitzicht op lucht en natuur? Als je tijdens eenzame momenten de eerste gierzwaluwen zou kunnen zien, of de vertrekkende ganzen in de herfstlucht? [4]
    • Kijk eens op naar een loodgrijze herfstlucht met krijtwitte meeuwen die over de daken en langs de torens zwenken. [5]

Gangbaarheid

Verwijzingen