heenvaart

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • heen·vaart
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord heenvaart heenvaarten
verkleinwoord heenvaartje heenvaartjes

Zelfstandig naamwoord

de heenvaartv / m [1]

  1. deel van een reis waar men naar een vastgesteld doel heenvaart
  2. (figuurlijk) het overlijden, de dood
Antoniemen

Werkwoord

vervoeging van
heenvaren

heenvaart

  1. (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van heenvaren
    • ... dat jij heenvaart. 
  2. (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van heenvaren
    • ... dat hij heenvaart. 

Gangbaarheid

Verwijzingen