havenrondvaart

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

1. Een havenrondvaart te Rotterdam in 1956.
Uitspraak
Woordafbreking
  • ha·ven·rond·vaart
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord havenrondvaart havenrondvaarten
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de havenrondvaartv / m

  1. (scheepvaart) boottocht die weer eindigt waar hij begon om een havengebied te bezichtigen
     In Rotterdam wachtte de groep een havenrondvaart en een bezoek aan de Euromast.[1]

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 6 juni 2023 Weblink bron Dagje uit om vliegramp te vergeten in: De Telegraaf op Wikipedia, jrg. 97 nr. 31595 (15 augustus 1989), Dagblad De Telegraaf, Amsterdam, p. 3 kol. 4