hartboezem

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • hart·boe·zem
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord hartboezem hartboezems
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de hartboezemm

  1. (anatomie) een van de twee bovenste holtes van het (zoogdieren)hart waarin het bloed uit de aders wordt opgevangen voordat het wordt doorgepompt naar de hartkamers
     Een hartoor is een kleine uitstulping van de hartboezem.[2]
Synoniemen

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Bronlink geraadpleegd op 17 november 2022 Weblink bron
    Rinke van den Brink
    “Eerste hartoor-operatie in Nederland” (Woensdag 3 februari 2010, 07:26), NOS