handelsreis
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: handelsreis (hulp, bestand)
Woordafbreking
- han·dels·reis
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | handelsreis | handelsreizen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
- (handel) reis die men maakt om handelsrelaties aan te gaan en te verbeteren
- ▸ De energiemissie onder leiding van minister Kamp naar Rusland is voorlopig van de baan. Het kabinet heeft besloten om de handelsreis, die in mei zou plaatsvinden, uit te stellen vanwege de ontwikkelingen in Oekraïne en met name in het oosten van dat land.[2]
- ▸ Het verhoor van Merkel vandaag zal hoofdzakelijk gaan om een handelsreis naar China in 2019. Daar heeft ze met president Xi Jinping over Wirecard gepraat. Waarschijnlijk heeft ze bij de Chinese leider een goed woordje gedaan voor het bedrijf, dat op dat moment de Chinese markt op wilde en de Chinese betaalservice Allscore wilde overnemen.[3]
Gangbaarheid
- Het woord handelsreis staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron “Uitstel energiemissie Rusland” (Woensdag 9 april 2014, 13:41), NOS
- ↑ Weblink bron Judith van de Hulsbeek“Merkel voor commissie om 'lobbyen' voor megafraude-bedrijf Wirecard” (Vrijdag 23 april 2021, 06:35), NOS