handelspolitiek

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • han·dels·po·li·tiek
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord handelspolitiek -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de handelspolitiekv

  1. (handel) (politiek) (economie) het geheel van beginselen die een staat op het gebied van de handel volgt
  2. (handel) (politiek) (economie) beleid van een handelsonderneming
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen handelspolitiek handelspolitieker handelspolitiekst
verbogen handelspolitieke handelspolitiekere handelspolitiekste
partitief handelspolitieks handelspolitiekers -

Bijvoeglijk naamwoord

handelspolitiek

  1. betreffende de politiek op handelsgebied

Gangbaarheid

Meer informatie