handelsattaché

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • han·dels·at·ta·ché
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord handelsattaché handelsattachés
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de handelsattachém

  1. vertegenwoordiger die de handel bevordert voor een land in het buitenland
     Cheng, die werkte als handelsattaché op het Britse consulaat, bracht op 8 augustus een werkbezoek aan het nabijgelegen Shenzhen. Hij verdween die avond, kort nadat hij zijn vriend nog berichtjes had gestuurd dat hij op weg terug naar huis was. Een dag later kwam hij ook niet opdagen op zijn werk in Hongkong.[2]

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Bronlink geraadpleegd op 7 september 2022 Weblink bron “In China vastgehouden Britse handelsattaché weer vrij” (24-08-19,), Tubantia