halogenide

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  halogenide    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• ha·lo·ge·ni·de

Woordherkomst en -opbouw

• afgeleid van halogeen met het achtervoegsel -ide

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	halogenide	halogeniden halogenides
verkleinwoord	-	-

Zelfstandig naamwoord

het halogenide o

1. (scheikunde) een verbinding van een element van de groep 17 van het periodiek systeem waarin het een oxidatiegetal -3 heeft

   • De halogeniden van eenzelfde metaal hebben eigenschappen die sterke overeenkomsten vertonen. 

Hyponiemen

• fluoride, chloride, bromide, jodide

Hyponiemen

• goudhalogenide

Vertalingen

    1.   

Duits: Halogenide (de) Engels: halide (en) Frans: halodénure (fr)

Spaans: haluro (es) m, haloide (es) m Zweeds: halid (sv)

Gangbaarheid

• Het woord 'halogenide' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.