haagboom

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • haag·boom
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord haagboom haagbomen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de haagboomm

  1. bomen die men gebruikt om er een haag van de te maken
    • Waar mogelijk werden oude elementen hergebruikt: zo zijn een paar buxuspartijen behouden en werden voor de aanleg van nieuwe hagen zaailingen van de historische haagbomen opgekweekt. ‘Naast hergebruik denk ik ook aan multifunctionaliteit’, zegt Toon. [1] 
Hyponiemen

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. De Standaard 20 AUGUSTUS 2016 OM 03:00 UUR | Eline Maeyens Uitzicht boven privacy