hörlur

Ett par hörlurar
Een hoofdtelefoon

Zweeds

Uitspraak

• Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
• IPA: / ˈhœː.lu:r /

Woordafbreking

• hör·lur

Woordherkomst en -opbouw

• Samenstelling van de stam "hör" van het Zweedse werkwoord höra en het Zweedse zelfstandige naamwoord lur

Naar frequentie	236095

	enkelvoud		meervoud
	onbepaald	bepaald	onbepaald	bepaald
nominatief	hörlur	hörluren	hörlurar	hörlurarna
genitief	hörlurs	hörlurens	hörlurars	hörlurarnas

Zelfstandig naamwoord

hörlur, g (vaak in het meervoud)

1. (elektrotechniek) hoofdtelefoon, koptelefoon, oortelefoon
2. (historisch), (verouderd) hoorbuis

Synoniemen

• [1]: hörtelefon
• [2]: (verouderd) hörrör

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie. (Zweeds)