grote schubmieren
Nederlands
Uitspraak
- (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
- gro·te schub·mie·ren
Woordherkomst en -opbouw
- verbinding van grote en schubmieren
- grote schubmier zn met de uitgang -en
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | grote schubmieren | |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de grote schubmieren mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord grote schubmier
- meervoudsvorm als officiële benaming (vliesvleugeligen) een geslacht Formica van mieren (Formicidae) uit de onderfamilie schubmieren (Formicinae). Soorten uit dit geslacht hebben de gewoonte om volkeren van ander miersoorten als "slaven" te houden
Synoniemen
Hyperoniemen
- [2] schubmieren, mieren, wespachtigen, vliesvleugeligen, insecten, zespotigen, geleedpotigen, dieren
Hyponiemen (in taxonomische zin)
- [2] behaarde bosmier, bloedrode roofmier, bruine renmier, deuklipsatermier, duinbaardmier, gewone satermier, grauwzwarte renmier, kale bosmier, rode renmier, stronkmier, veenmier, zwartrugbosmier
Gangbaarheid
- Het woord 'grote schubmieren' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 17
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Frase in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Zelfstandignaamwoordsvorm in het Nederlands
- Meervoudsvorm binnen nomenclatuur in het Nederlands
- Vliesvleugeligen in het Nederlands
- Insecten in het Nederlands
- Niet in Woordenlijst Nederlandse Taal