grot
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- grot
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘onderaardse ruimte’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1600 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | grot | grotten |
verkleinwoord | grotje | grotjes |
Zelfstandig naamwoord
- een onderaardse holte
- Er zijn oerschilderingen gevonden in de grot van Lascaux.
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen
1. een onderaardse holte
Gangbaarheid
- Het woord grot staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "grot" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[2] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.