grootvaderschap

Nederlands

grootvaderschap

Uitspraak

• Geluid:  grootvaderschap    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• groot·va·der·schap

Woordherkomst en -opbouw

• afleiding van grootvader met het achtervoegsel -schap

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	grootvaderschap
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het grootvaderschap o

1. het opa zijn; het hebben van kleinkinderen

   ▸ Na veertig jaar 'høken' en 'angoan', begrippen die volgens de band 'uit je bol gaan' of 'lol trappen' betekenen, wordt het voor de 68-jarige zanger Bennie Jolink fysiek te zwaar. Jolink kampt al langer met zijn gezondheid en wil zich meer gaan richten op kunstschilderen en het grootvaderschap.

   ▸ Het grootvaderschap maakt Charles (64) naar eigen zeggen nog meer bewust van de verantwoordelijkheid die de huidige generatie heeft. Hij doelde vooral op klimaatverandering.

Verwante begrippen

• grootmoederschap

Gangbaarheid

• Het woord 'grootvaderschap' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.