groot goudkammetje

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
  • (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
  • groot goud·kam·me·tje
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord
verkleinwoord groot goudkammetje grote goudkammetjes

Zelfstandig naamwoord

het groot goudkammetjeo dim. tant.

  1. (wormen) Pectinaria belgica op Wikispecies een borstelworm uit de familie Pectinariidae op Wikispecies. Het lichaam van de worm bestaat uit een kop, een cilindrisch, gesegmenteerd lichaam en een staartstukje. De kop bestaat uit een prostomium (gedeelte voor de mondopening) en een peristomium (gedeelte rond de mond) en draagt gepaarde aanhangsels (palpen, antennen en cirri). De soortnaam werd in 1766 als Nereis cylindraria belgica voor het eerst wetenschappelijk beschreven door Pallas
Hyperoniemen

Gangbaarheid

Meer informatie