borstelwormen

Nederlands

Phyllodoce lineata 

Uitspraak

• Geluid:  borstelwormen    (hulp, bestand)

• (IPA in voorbereiding)

Woordafbreking

• bor·stel·wor·men

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  borstel zn  en  wormen zn 
•  borstelworm zn  met de uitgang -en

	enkelvoud	meervoud
naamwoord		borstelwormen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

borstelwormen mv

1. meervoud van het zelfstandig naamwoord borstelworm
2. meervoudsvorm als officiële benaming (wormen) een klasse Polychaeta  van ringwormen waarvan de vertegenwoordigers vrijwel uitsluitend in zee leven. Er zijn meer dan 11.000 soorten beschreven in deze klasse. Onder meer de zeepier en het goudkammetje behoren ertoe

Hyperoniemen

• ringwormen, dieren

Hyponiemen (in taxonomische zin)

• kalkkokerwormen, zeeduizendpoten
• bloedworm, branchiomma inconspicuum, dubbele waaierkokerworm, franse tap, gekarteld goudkammetje, gekroesde zeerups, gemshorenworm, geschubde zeerups, gestekelde zandkokerworm, gestippelde dieseltreinworm, gestippelde tweedraadkokerworm, gewone groenworm, gladschubbige zeerups, goudkammetje, groene bladkieuwworm, groengele wadpier, groot goudkammetje, honingraatzandkokerworm, kokerwormen, neonworm, noordelijke zandkokerworm, oostzeegroenworm, Ophelia, oranje zandkokerworm, pauwenstaartviltkokerworm, penisvis, perkamentkokerworm, pluimworm, pompeiiworm, reusachtige kokerworm, reuzenzeerups, rode draadworm, rode kieuwdraadjesworm, schelpkokerworm, slangpier, slijmkokerworm, slikkokerworm, slurfwormen, snotworm, versmalde schubworm, wapenworm, zandpijp, zandworm, zandzager, zeemuis, zeepier

Gangbaarheid

• Het woord borstelwormen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.