groepsruimte
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- groeps·ruim·te
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van groep en ruimte met het invoegsel -s-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | groepsruimte | groepsruimten groepsruimtes |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de groepsruimte v
- gemeenschappelijke ruimte, bijv. in een studentenflat of een woongroep
Gangbaarheid
- Het woord groepsruimte staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.