griffel

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Griffel
Uitspraak
Woordafbreking
  • grif·fel
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord griffel griffels
verkleinwoord griffeltje griffeltjes

Zelfstandig naamwoord

griffel v/m

  1. (gereedschap) een schrijfgerei van vrij zachte steen, vaak leisteen, waarmee kan worden geschreven op een schrijfplankje dat van dezelfde leisteen is gemaakt (de lei)
Vertalingen

Werkwoord

vervoeging van
griffelen

griffel

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van griffelen
    • Ik griffel. 
  2. gebiedende wijs van griffelen
    • Griffel! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van griffelen
    • Griffel je? 

Gangbaarheid

98 % van de Nederlanders;
93 % van de Vlamingen.[4]

Meer informatie

Verwijzingen