gratenvisachtigen
Uiterlijk
- (IPA in voorbereiding)
- gra·ten·vis·ach·ti·gen
- gratenvisachtig bn met de uitgang -en
- gratenvisachtige zn met de uitgang -n
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | gratenvisachtigen | |
verkleinwoord |
de gratenvisachtigen mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord gratenvisachtige
- meervoudsvorm als officiële benaming (straalvinnigen) een orde Albuliformes van de straalvinnige vissen
- [2] gratenvissen
- Het woord 'gratenvisachtigen' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 17
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Zelfstandignaamwoordsvorm in het Nederlands
- Meervoudsvorm binnen nomenclatuur in het Nederlands
- Straalvinnigen in het Nederlands
- Vissen in het Nederlands
- Niet in Woordenlijst Nederlandse Taal