grandioos
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- gran·di·oos
Woordherkomst en -opbouw
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | grandioos | grandiozer | grandioost |
verbogen | grandioze | grandiozere | grandiooste |
partitief | grandioos | grandiozers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
grandioos [3]
- groots, schitterend
- ▸ We zaten een paar minuten zwijgend naast elkaar te roken op de trappen naar de weelderige entree van het ooit grandioze hotel waar ik van plan was mij voorlopig te vestigen, toen hij het woord tot mij richtte.[4]
- zeer groot
Verwante begrippen
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord grandioos staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "grandioos" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[5] |
Verwijzingen
- ↑ "grandioos" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ grandioos op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ “Grand Hotel Europa” (2018), De Arbeiderspers , ISBN 978-90-295-2622-7, p. 11
- ↑ Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be