gourmette

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  gourmette    (hulp, bestand)
• IPA: / ɡurˈmɛtə / (3 lettergrepen)

Woordafbreking

• gour·met·te

Woordherkomst en -opbouw

• gourmet met de uitgang -te

Werkwoord

vervoeging van
gourmetten

gourmette

1. enkelvoud verleden tijd van gourmetten
   

   • Ik gourmette. 
     
   • Jij gourmette. 
     
   • Hij, zij, het gourmette. 

Frans

Uitspraak

• Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
• IPA: /ɡuʁ.mɛt/

Woordafbreking

• gour·mette (afbreking leidend tot een of twee tekens aan het begin van een regel wordt ontraden)

Woordherkomst en -opbouw

• afgeleid van gourme "droes, een ziekte die in de mond van het paard zichtbaar wordt" met het achtervoegsel -ette

enkelvoud		meervoud
zonder lidwoord	met lidwoord	zonder lidwoord	met lidwoord
gourmette	la gourmette	gourmettes	les gourmettes

Zelfstandig naamwoord

gourmette v

1. kettinkje dat het bit van een paard op zijn plaats houdt
2. armband met vlakke schakels
3. (spreektaal) handboei

   «A plat ventre, les flics lui ont passé les gourmettes.»

   Toen hij plat op zijn buik lag, hebben de smerissen hem de handboeien omgedaan.

Synoniemen

• [2] schakelarmband

Overerving en ontlening

• Nederlands: gourmettearmband, gourmetteketting