gijzelingszaak

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • gij·ze·lings·zaak
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord gijzelingszaak gijzelingszaken
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de gijzelingszaakv / m

  1. keer dat een persoon gegijzeld is; rechtszaak betreffende een gijzeling
     Inmiddels zou volgens onbevestigde berichten een tweede persoon zijn gearresteerd in deze gijzelingszaak, een 17-jarige die mogelijk bevriend is geweest met de gijzelnemer. Gisteravond werd al de vermoedelijke vriendin van de dader opgepakt.[1]
     Revanche op het WK van 1994 krijgt Higuita niet. Vlak voor dat WK moet hij voor een paar maanden de gevangenis in omdat hij heeft bemiddeld in een gijzelingszaak. Colombia's bekendste drugsbaron Pablo Escobar heeft de dochter van zijn grootste concurrent laten ontvoeren. Higuita fungeert als koerier om het losgeld af te leveren (64 duizend dollar). Daarmee overtreedt hij de wet.[2]
     In de gijzelingszaak staat een hele familie van zeven personen terecht, afkomstig uit Afghanistan. Vier hoorden gisteren al twee jaar cel tegen zich eisen waarvan een half jaar voorwaardelijk.[3]

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 20 december 2023 Weblink bron “Franse politieman die plek innam van gegijzelde is overleden” (Zaterdag 24 maart 2018, 06:29), NOS
  2. Bronlink geraadpleegd op 20 december 2023 Weblink bron “Plaatje 1990: René Higuita” (Maandag 7 juli 2014, 17:51), NOS
  3. Bronlink geraadpleegd op 20 december 2023 Weblink bron “OM eist 1,5 jaar cel tegen bejaarde” (Vrijdag 1 februari 2013, 12:40), NOS