gezondheidszadel
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ge·zond·heids·za·del
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van gezondheid zn en zadel zn met het invoegsel -s-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | gezondheidszadel | gezondheidszadels |
verkleinwoord | gezondheidszadeltje | gezondheidszadeltjes |
Zelfstandig naamwoord
- (medisch) fietszadel dat minder belastend is voor het lichaam van de fietser
Gangbaarheid
- Het woord 'gezondheidszadel' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.