gewone vachtegel
Uiterlijk
- (IPA in voorbereiding)
- ge·wo·ne vacht·egel
- verbinding van gewone en vachtegel
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | gewone vachtegel | gewone vachtegels |
verkleinwoord | gewoon vachtegeltje | gewone vachtegeltjes |
de gewone vachtegel m
- (cloacadieren) Zaglossus bruijni een Nieuw-Guinese mierenegel, een van de drie nog levende soorten uit het geslacht der vachtegels (Zaglossus). Vachtegels zijn eierleggende zoogdieren
- Het woord 'gewone vachtegel' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.