gesprekscentrum

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ge·spreks·cen·trum
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord gesprekscentrum gesprekscentra
gesprekscentrums
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het gesprekscentrumo

  1. plaats waar mensen bij elkaar kunnen komen om met elkaar te kunnen praten
     Luud Schimmelpennink kijkt er met plezier op terug: "Ik woonde toen aan de Heiligeweg met mijn vrouw, we hadden ook al een kind toen. We kwamen vaak langs het Lieverdje op het Spui en daar gebeurde toen van alles. En er was een gesprekscentrum bij het Leidseplein, waar allerlei nieuwe ideeën werden geponeerd. Bijvoorbeeld over consumentisme en kapitalisme. Het leuke is dat ik al jaren daarvoor een spandoek had gemaakt tegen de consumptiemaatschappij, dat had ik bij V&D opgehangen."[1]

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 13 december 2023 Weblink bron “50 jaar Provo, met ouderwetse happening maar ook met app” (Maandag 25 mei 2015, 10:56), NOS