gespoord

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ge·spoord
Woordherkomst en -opbouw
stellend
onverbogen gespoord
verbogen gespoorde
partitief gespoords

Bijvoeglijk naamwoord

gespoord

  1. voorzien van sporen, met sporen
    • Met gespoorde laarzen stapte de cowboy de saloon in. 
  2. In de vorm van een spoor
    • De gespoorde loipen voeren door besneeuwde bossen. 
Vertalingen

Werkwoord

vervoeging van: sporen…
verbogen vorm: gespoorde

gespoord

  1. voltooid deelwoord van sporen

Gangbaarheid

Verwijzingen