genoegdoening
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ge·noeg·doe·ning
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | genoegdoening | genoegdoeningen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
genoegdoening v
- het herstellen van materiële of immateriële schade, boete, eerherstel, schadeloosstelling
- De beledigde man eiste genoegdoening.
Gangbaarheid
- Het woord genoegdoening staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "genoegdoening" herkend door:
97 % | van de Nederlanders; |
89 % | van de Vlamingen.[1] |
Verwijzingen
- ↑
Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be