genieter

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  genieter    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• ge·nie·ter

Woordherkomst en -opbouw

• Naamwoord van handeling van genieten met het achtervoegsel -er

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	genieter	genieters
verkleinwoord	-	-

Zelfstandig naamwoord

de genieter m

1. iemand die geniet

Hyponiemen

• levensgenieter

Gangbaarheid

• Het woord genieter staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "genieter" herkend door:

97 %	van de Nederlanders;
98 %	van de Vlamingen.