Naar inhoud springen

generalist

Uit WikiWoordenboek
  • ge·ne·ra·list
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘niet-specialist’ voor het eerst aangetroffen in 1984 [1]
  • afgeleid van generaal met het achtervoegsel -ist
enkelvoud meervoud
naamwoord generalist generalisten
verkleinwoord

degeneralistm

  1. iemand die zich bezig houdt met de hoofdlijnen
    • het oude klassieke ideaal van de 'homo universalis' ziet men terug in sommige generalisten 
98 %van de Nederlanders;
95 %van de Vlamingen.[2]