gelazer
Uiterlijk
- ge·la·zer
- Naamwoord van handeling van lazeren met het voorvoegsel ge- [1][2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | gelazer | |
verkleinwoord |
het gelazer o
- herrie, problemen, sores, gezeur
- Die brutale opmerking kun je beter niet tegen de docente maken, daar komt alleen maar gelazer van.
- Boven al dat goede nieuws hangen ook nog allerlei onzekere internationale ontwikkelingen. De negatieve gevolgen van de Brexit voor Nederland. De kans op nieuw gelazer met het Europese bankensysteem; vooral de Italiaanse banken kunnen nog voor problemen zorgen. Wat als er een aanslag gebeurt in Nederland? En wat als het aantal asielzoekers weer stijgt? Aan de oorlog in Syrië komt maar geen einde. [3]
- Het woord gelazer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "gelazer" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
73 % | van de Vlamingen.[4] |
- ↑ gelazer op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ NRC Annemarie Kas 19 september 2016
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be