geelbuikrietzanger
Nederlands
Uitspraak
- (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
- geel·buik·riet·zan·ger
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van geelbuik zn en rietzanger zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | geelbuikrietzanger | geelbuikrietzangers |
verkleinwoord | geelbuikrietzangertje | geelbuikrietzangertjes |
Zelfstandig naamwoord
de geelbuikrietzanger m
- (zangvogels) Calamonastides gracilirostris een vogel uit een monotypisch geslacht van vogels uit de familie Acrocephalidae
Hyperoniemen
Gangbaarheid
- Het woord 'geelbuikrietzanger' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.