geelbuikjuffertje
Nederlands
Uitspraak
- (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
- geel·buik·juf·fer·tje
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van geelbuik zn en juffertje zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | ||
verkleinwoord | geelbuikjuffertje | geelbuikjuffertjes |
Zelfstandig naamwoord
het geelbuikjuffertje o dim. tant.
- (straalvinnigen) Amblyglyphidodon leucogaster een straalvinnige vissensoort uit de familie van rifbaarzen en koraaljuffertjes (Pomacentridae ). De wetenschappelijke naam van de soort is voor het eerst geldig gepubliceerd in 1847 door Bleeker
Hyperoniemen
- rifbaarzen en koraaljuffertjes, lipvisachtigen, baarsachtigen, stekelvinnigen, beenvissen, straalvinnigen, beenvisachtigen, gewervelden, chordadieren, dieren
Gangbaarheid
- Het woord 'geelbuikjuffertje' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.