gebruiksduur

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ge·bruiks·duur
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord gebruiksduur
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de gebruiksduurm

  1. de periode dat men iets kan of mag gebruiken
     De Consumentenbond eist dat Samsung zijn telefoons gedurende de gehele gebruiksduur, minimaal twee jaar na aankoop of vier jaar na de introductie, van een update voorziet. De veiligheidsupdates en upgrades van het Android-besturingssysteem zijn nodig om de toestellen goed en veilig te laten werken. De fabrikant moet daar ook duidelijke informatie over geven, vindt de Consumentenbond.[2]
     Speelgoedwinkels zeggen wel degelijk duurzame producten te hebben, al zijn deze dan vaak van niet-duurzaam plastic gemaakt. "De hele maatschappij draait op plastic. Speelgoed is in die zin niet anders", zegt Hans van Dorst van branchevereniging Gebra. "Maar vooral het kwalitatief goede speelgoed heeft een lange gebruiksduur. Lego bijvoorbeeld gebruik je heel je leven en geef je daarna weer door."[3]
  2. de tijd dat men een product of dienst actief gebruikt
     De onderzoekers zien een verband tussen schermgrootte en gebruiksduur: hoe groter het scherm van het apparaat, hoe langer de gebruiker online is. Een gemiddelde gebruiker is dus minder lang online met een smartphone dan met een pc of laptop.[4]

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Bronlink geraadpleegd op 1 december 2023 Weblink bron “Consumentenbond en Samsung maandag voor de rechter om updates” (Vrijdag 23 maart 2018, 10:46), NOS
  3. Bronlink geraadpleegd op 1 december 2023 Weblink bron
    Merel Stikkelorum
    “Chinese blokjesfabrikant schiet Lego voorbij in duurzaam speelgoed” (Zaterdag 11 februari 2017, 09:48), NOS
  4. Bronlink geraadpleegd op 1 december 2023 Weblink bron “Nederlanders gemiddeld 77 uur per maand online” (Donderdag 20 november 2014, 16:50), NOS