gebruikersgroep
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ge·brui·kers·groep
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | gebruikersgroep | gebruikersgroepen |
verkleinwoord | gebruikersgroepje | gebruikersgroepjes |
Zelfstandig naamwoord
- de verzameling van mensen die gebruikmaken van een bepaald product of dienst
- ▸ Facebook benadrukt in een reactie er alles aan te doen om dit soort spam-advertenties te voorkomen. Ook stelt het platform dat slechts een kleine gebruikersgroep dit soort advertenties ziet. Het bedrijf wijst er ook op dat dit soort spam-berichten al veel langer rondgaan.[1]
- ▸ Van de totale gebruikersgroep van 250.000 patiënten zouden volgens deze berekening dus nog geen 110.000 patiënten de bisfosfonaten helemaal volgens de regels gebruiken. Bij hen worden per jaar ongeveer 5.500 wervelbreuken voorkomen. Als alle patiënten het middel goed voorgeschreven zouden krijgen, het zouden ophalen én het goed zouden gebruiken, zou dat oplopen tot zo'n 12.500 wervelbreuken die worden voorkomen.[2]
Gangbaarheid
- Het woord gebruikersgroep staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron Nando Kasteleijn“Nederlandse nieuwsmedia hebben last van spam-advertenties op Facebook” (Maandag 1 augustus 2016, 15:02), NOS
- ↑ Weblink bron “Bij osteoporose gaat het vaak mis met de medicijnen” (Zaterdag 21 mei 2016, 19:38), NOS