gathorens

Nederlands

Diodora italica  uit Cyprus

Uitspraak

• Geluid:  gathorens    (hulp, bestand)

• (IPA in voorbereiding)

Woordafbreking

• gat·ho·rens

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  gat zn  en  horens zn 
•  gathoren zn  met de uitgang -s

	enkelvoud	meervoud
naamwoord		gathorens
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de gathorens mv

1. meervoud van het zelfstandig naamwoord gathoren
2. meervoudsvorm als officiële benaming (buikpotigen) Fissurellidae  een familie van weekdieren die behoren tot de klasse der Gastropoda  (buikpotigen of slakken). Het is een zeer grote familie van slakken die vrijwel wereldwijd voorkomt. De groep werd door de Schot John Fleming (1785-1857) in 1822 benoemd

Hyperoniemen

• [2] slakken, weekdieren, dieren

Hyponiemen (in taxonomische zin)

• [2] geruite napslak, roze napslak

Gangbaarheid

• Het woord 'gathorens' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.