gasthof

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • gast·hof
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord gasthof gasthoven
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het gasthofo

  1. hotel
     De Oranjes gaan al ruim vijftig jaar op skivakantie in Lech, een dorp met zo'n 1600 inwoners in de Oostenrijkse deelstaat Vorarlberg. Ze verblijven ieder jaar in Gasthof Post.[2]

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Bronlink geraadpleegd op 26 november 2023 Weblink bron “Sneeuw, zonnebrillen en een kusje: Oranjes poseren in Lech” (Dinsdag 25 februari 2020, 09:36), NOS