gaat dicht

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • gaat dicht
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
dichtgaan

gaat (…) dicht

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van dichtgaan
    • Jij gaat dicht. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van dichtgaan
    • Hij gaat dicht. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van dichtgaan
    • Gaat dicht! 

Gangbaarheid