fritvlieg

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • frit·vlieg
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord fritvlieg fritvliegen
verkleinwoord fritvliegje fritvliegjes

Zelfstandig naamwoord

de fritvliegv / m

  1. (tweevleugeligen) Oscinella frit op Wikispecies een vlieg, waarvan de 3 tot 4 mm lange, min of meer doorzichtige, witte, pootloze larve aan plantendelen van grasachtigen vreet
Hyperoniemen

Meer informatie

Gangbaarheid

10 % van de Nederlanders;
11 % van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen