frequentiewoord

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • fre·quen·tie·woord
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord frequentiewoord frequentiewoorden
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

het frequentiewoordo

  1. (taalkunde) term waarmee in een uitspraak wordt uitgedrukt hoe vaak iets gebeurt
     Vooral in gesprekken gebruiken we daarom vaak kanswoorden (onwaarschijnlijk, grote kans, misschien) of frequentiewoorden (vaak, nooit, meestal). Deze uitspraken geven indirect al de statistische onzekerheid aan. (…) In ons onderzoek legden wij dat soort vragen voor aan onze deelnemers, elke zin met een ander kans- of frequentiewoord.[1]
     Er kunnen veel woorden op de 1e plaats in de zin staan. Bijvoorbeeld:
    frequentiewoorden: soms, vaak, meestal (…)
    [2]
Verwante begrippen

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 19 februari 2022 Weblink bron Gearchiveerde versie
    Sanne J.W. Willems
    “Hoe vaak is vaak?” (11 august 2021) op sannejwwillems.nl
  2. Bronlink geraadpleegd op 19 februari 2022 Weblink bron “Contact! nieuw : Bijlagen”, Intertaal, Almere, ISBN 9789463926881, p. 150