Naar inhoud springen

freelancer

Uit WikiWoordenboek
  • free·lan·cer
  • Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘losse medewerker’ voor het eerst aangetroffen in 1950 [1]
  • van het Engels:
  • afgeleid van freelance met het achtervoegsel -er [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord freelancer freelancers
verkleinwoord - -

de freelancerm [3]

  1. (maatschappij) (beroep) iemand die op 'freelance'basis werkt d.w.z. geen vast dienstverband heeft, maar zelfstandig werkt voor een of meer opdrachtgevers.
98 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[4]


VK (RP)

US

  • [1] Voor het eerst aangetroffen in 1924.
  • afgeleid van freelance met het achtervoegsel -er

freelancer m

  1. (beroep) iemand die op tijdelijke basis voor een werkgever werkt
  2. (beroep) iemand die geen vast dienstverband heeft, maar zelfstandig werkt voor een of meer opdrachtgevers