frappe
Uiterlijk
- frap·pe
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | frappe | frappen |
verkleinwoord | - | - |
de frappe v
- (communicatie) verassend onderdeel van een boodschap waardoor de strekking nog meer opvalt, het punt waar het op aankomt
- Weg gaat over millennials tegen de babyboomers. En die babyboomers kunnen ook de veeleisende klanten zijn, met wie Neuteboom wordt geconfronteerd als ze achter de toonbank in de slagerij staat. Daarover vertelt ze buitengewoon kleurrijke verhalen. Maar iets te vaak eindigt zo’n verhaal met geëxalteerde afschuw – zonder een doordachte frappe waarmee die vorige generatie afdoende op haar nummer wordt gezet. [2]
- Het woord frappe staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "frappe" herkend door:
37 % | van de Nederlanders; |
28 % | van de Vlamingen.[3] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Gelder, H. vanAnne Neuteboom ergert zich kleurrijk aan de babyboomers (30 oktober 2016) op website: nrc.nl; geraadpleegd 2019-07-22
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
vervoeging van |
---|
frapper |
frappe
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 6
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 1 lettergreep in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Communicatie in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 37 %
- Prevalentie Vlaanderen 28 %
- Woorden in het Frans
- Woorden in het Frans van lengte 6
- Werkwoordsvorm in het Frans