flottielje

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • flot·tiel·je
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘groep lichte oorlogsvaartuigen’ voor het eerst aangetroffen in 1804 [1]
  • [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord flottielje flottieljes
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de flottieljev / m

  1. (militair) (scheepvaart) een aantal lichte oorlogsvaartuigen
Vertalingen

Gangbaarheid

58 % van de Nederlanders;
47 % van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen