feitencontrole
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- fei·ten·con·tro·le
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | feitencontrole | feitencontroles |
verkleinwoord | feitencontroletje | feitencontroletjes |
Zelfstandig naamwoord
- (politiek) controle of gedane beweringen in overeenstemming zijn met de feiten
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord 'feitencontrole' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.