feeks
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- feeks
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Fries, in de betekenis van ‘lastige vrouw’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1607 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | feeks | feeksen |
verkleinwoord | feeksje | feeksjes |
Zelfstandig naamwoord
de feeks v
- een lastige en venijnige vrouw
Vertalingen
1.
Gangbaarheid
- Het woord feeks staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "feeks" herkend door:
96 % | van de Nederlanders; |
96 % | van de Vlamingen.[2] |