exprestrein
Uiterlijk
- Geluid: exprestrein (hulp, bestand)
- ex·pres·trein
- Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘zeer snelle trein’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1864 [1]
- samenstelling van expres en trein [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | exprestrein | exprestreinen |
verkleinwoord | exprestreintje | exprestreintjes |
de exprestrein m
- (spoorwegen) sneltrein (voor de wat langere trajecten)
- Het woord exprestrein staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "exprestrein" herkend door:
66 % | van de Nederlanders; |
65 % | van de Vlamingen.[3] |
- ↑ "exprestrein" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ exprestrein op website: Etymologiebank.nl
- ↑
Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 11
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- WikiWoordenboek:Pagina's die ISBN magische koppelingen gebruiken
- Samenstelling in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Spoorwegen in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 66 %
- Prevalentie Vlaanderen 65 %