evaluatie
Uiterlijk
- eva·lu·a·tie
- Naamwoord van handeling van evalueren met het achtervoegsel -atie
- afgeleid van het Franse évaluation
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | evaluatie | evaluaties |
verkleinwoord |
de evaluatie v
- bespreking en beoordeling van de gang van zaken
- Alles wat hem berucht heeft gemaakt zat erin: zijn onbedaarlijke snoeverij, zijn haat tegen een deel van de pers (CNN en The New York Times), zijn wraakzucht (hier tegen Spanje), zijn onbetrouwbaarheid bij de evaluatie van gebeurtenissen (de effecten van de bombardementen in Iran).[1]
1. bespreking en beoordeling van de gang van zaken
- Het woord evaluatie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "evaluatie" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[2] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ www.nrc.nl (27 jun 2025)
- ↑
Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be