euzie

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • eu·zie
Woordherkomst en -opbouw
  • Middelnederlands ōse, oyse, ōsie, door v-syncope uit ōvese, ontwikkeld uit Oergermaans *ubiswō, afleiding uit *upp ‘over, boven’; zie verder op. Evenals Nederduits Öse, Ese, Beiers Obsen ‘prieel’, Fries oes ‘ozie’ en Engels eaves ‘ozie’.[1] [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord euzie euzies
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de euziev / m

  1. (Belgisch-Nederlands) de over de muur overhangende dakrand waar geen dakgoot aan vast zit
    • Euzie: Stuk van een dak dat een eind over de muur uitsteekt, zonder dakgoot aan de rand. Het regenwater loopt rechtstreeks van het dak en valt druppelend op de grond naast het gebouw.[3] 
Synoniemen

Gangbaarheid

4 % van de Nederlanders;
3 % van de Vlamingen.[4]

Verwijzingen