essen
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
![]() |
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- es·sen
Woordherkomst en -opbouw
stellend | |
---|---|
onverbogen | (alleen attributief) |
verbogen | essen |
Bijvoeglijk naamwoord
essen
- gemaakt van het hout van de es
- Hij bezat een essen boog.
Vertalingen
Zelfstandig naamwoord
essen mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord es
Gangbaarheid
- Het woord essen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "essen" herkend door:
73 % | van de Nederlanders; |
63 % | van de Vlamingen.[1] |
Verwijzingen
- ↑
Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be
Duits
Uitspraak
- IPA: /ˈɛsn̩/
Woordafbreking
- es·sen
stamtijd | ||
---|---|---|
infinitief | verleden tijd |
voltooid deelwoord |
essen /ˈɛsn̩/ |
aß /aːs/ |
gegessen /gəˈgɛsn̩/ |
volledig |
Woordherkomst en -opbouw
- Afkomstig van het Oudhoogduitse ezzan
Werkwoord
essen
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 5
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 2 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Achtervoegsel -en in het Nederlands
- Bijvoeglijk naamwoord in het Nederlands
- Stofadjectief in het Nederlands
- Zelfstandignaamwoordsvorm in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 73 %
- Prevalentie Vlaanderen 63 %
- Woorden in het Duits
- Woorden in het Duits van lengte 5
- Woorden in het Duits met IPA-weergave
- Werkwoord in het Duits